Het vrouwtje zoekt een geschikt plekje om haar eitjes te leggen, een boom of struik vol bladluis (de voornaamste voedselbron voor de larven die later uit het ei kruipen).
Hier zie je een vrouwtje die bezig is een eipakket neer te leggen.
Na zo'n week komen de eitjes uit. Het ei-pakket dat eerst oranje is, kleurt grijzig terwijl de larven, die er nog totaal niet uitzien als lieveheersbeestjes, eruit kruipen.
Ze beginnen direkt te eten, bladluis en de niet-bevruchte eitjes. Je ziet ze bijna groeien!
Al snel gaan ook de larven, die in eerste instantie dicht bij elkaar blijven elk hun eigen gang, ze zwermen uit op zoek naar eten.
Het is onvoorstelbaar hoe onverzadigbaar ze zijn.
Je kan het een beetje zien op de foto's hierboven, zoveel bladluis er eerst was, zo weinig blijft over.
Als de larven groot genoeg zijn, zoeken ze een plekje op waar ze de laatste vervelling ondergaan en zich tegelijkertijd verpoppen.
Ze zetten zich vast aan hun achterlijf, en lijken regelmatig op en neer te buigen. Deze laatste vervelling duurt best lang, soms meer dan een dag.
Het achterlijf kleurt vanuit het midden oranjig, en daarna "barst" de larve uit zijn vel. Het afstropen van de huid gaat enorm snel! Overigens blijft de oude huid als een soort propje hangen bij het achterlijf.
Eerst is de pop geel, langzaam kleurt hij donkerder.
Na ongeveer een week komt, op een mooie, meestal zonnige dag de pop uit.
Het nu lieveheersbeestje is helemaal geel. Nadat het uit de pop is gekropen, "blaast het zijn vleugels op" en vouwt ze onder de dekschilden.
Welke kleuren het beestje heeft is een verrassing, soms heeft het zijn kleur al na een uur, soms weet je het pas na een dag.
Maar spannend is het wel de hele ontwikkeling te zien!